Groene gewasbescherming werkt, maar het is lastig te meten
Joost Kos is Head of Research and Development Flowers bij veredelaar Syngenta Seeds. Vorig jaar kondigde de zaadveredelaar en landbouwchemiereus Syngenta aan het roer om te gooien. Het bedrijf investeert $2 miljard dollar om de effecten van klimaatverandering tegen te gaan. Daarmee wil het jaarlijks tenminste twee technologische doorbraken op de markt brengen die de bijdrage van de landbouw aan klimaatverandering verminderen en die helpen de landbouw binnen het draagvermogen van de planeet te houden. We vroegen Kos hoe hij de nieuwe strategie en de resultaten daarvan in zijn dagelijkse praktijk ervaart.
“De beweging naar verduurzaming is binnen Syngenta al langer gaande”, zegt Kos. “Maar sinds vorig jaar is die sterk neergezet. Alle stappen die wij ondernemen zijn bedoeld om het gebruik van chemische middelen te reduceren. Daar hebben ook wij alle belang bij. We passen het bijvoorbeeld al toe in onze eigen productie van zaden. Niet voor niets verschuift ons verdienmodel van het verkopen van gewasbeschermingsmiddelen naar het verkopen van oplossingen. We ontwikkelen liever, misschien tot ieders verbazing, rassen die geen of minder chemicaliën nodig hebben. Dit is voor mij het overtuigende bewijs dat het niet - meer alleen - gaat om de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen, maar om de verkoop van totaaloplossingen.”
“Onze transitie is niet eenvoudig; net als anderen zijn ook wij zoekende naar alternatieven. Dat durven we hardop te zeggen. Al onze inspanningen moeten uiteindelijk leiden tot een verbetering van bodemgezondheid, efficiëntie van hulpbronnen en habitatbescherming in belangrijke landbouwgebieden wereldwijd. We investeren bijvoorbeeld heel praktisch in het beperken van spuitdrift (het uitwaaieren van middelen naar plekken waar ze niet voor bedoeld zijn, red). Veel verdergaand is ons investeringsbeleid. Terwijl voorheen weinig support bestond voor investeringen in bijvoorbeeld duurzame energie als de terugverdientijd te lang was, moet er nu een duurzame component zitten in alle investeringen die wij als bedrijf wereldwijd ondernemen en speelt de terugverdientijd niet de hoofdrol meer. Syngenta heeft bovendien een beloningssysteem ontwikkeld voor medewerkers die innovatieve ideeën aanreiken.”
De effectiviteit van groene bestrijdingsmiddelen die vaak ook preventieve middelen zijn, is door de complexiteit van de bodem en alle factoren die daarin tegelijk werkzaam zijn, niet makkelijk en met data vast te stellen. Maar als je in de praktijk ziet dat het werkt, dan ga je om.
Van Plant Health naar Soil Health
“We staan op een groot keerpunt in denken”, vertelt Kos. “We gaan van een aanpak die uitgaat van de bemesting van de plant en het efficiënt opnemen van voedingsstoffen door de plant, naar het centraal stellen van al het leven in de bodem. Syngenta werkt samen met de Nature Conservancy (TNC) aan het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid in Argentinië en Brazilië.
Ik ben ervan overtuigd dat een vruchtbare bodem de weerbaarheid van planten en het rendement van de oogsten verhoogt, waardoor in een later stadium het gebruik van bestrijdingsmiddelen verminderd of zelfs vermeden kan worden. De effectiviteit van groene bestrijdingsmiddelen die vaak ook preventieve middelen zijn, is door de complexiteit van de bodem en alle factoren die daarin tegelijk werkzaam zijn, niet makkelijk en met data vast te stellen. Maar als je in de praktijk ziet dat het werkt, dan ga je om. De toekomst beweegt ons van het voeden van planten, naar het voeden van de bodem.”
Samen naar een oplossing toe
De landbouw bevindt zich momenteel in de frontlinie van de wereldwijde inspanningen tegen klimaatverandering, zegt de CEO van Syngenta Erik Fyrwald. Volgens Kos zal de gehele keten waarin landbouwproducten worden verwerkt tot producten die consumenten kopen, moeten leren samenwerken. Die moet samen vanuit marktkansen nieuwe producten leren ontwikkelen die consumenten willen kopen en tevens een duurzame land- en tuinbouw realiseren. Hij vertelt over de ontwikkeling van een nieuwe variant vlijtig liesje voor de Engelse markt. Dat tuinplantje is daar erg populair, maar ook erg ziektegevoelig geworden. Samen met de Britse retailketen Kingfisher ontwikkelde Syngenta daarom nieuwe resistente rassen vlijtig liesje, dat nieuwe marktkansen bood.
Zit er echt schot in dit soort processen? Kos: “Binnen Syngenta hebben wij gezegd, laten we met elkaar optrekken om de uitdagingen waar wij sector breed voor staan samen op te lossen. Wij zien dat het langzaam begint te werken, maar ondervinden ook hinder aan het ‘chemische’ imago dat aan ons kleeft. Elkaar beconcurreren en wantrouwen, polariseert en blokkeert de innovatieve vooruitgang die nodig is. De oplossing ligt in een nauwe samenwerking met alle uiteenlopende partners. Daar is vertrouwen voor nodig en dat kost tijd.”